Als ik aan alcohol denk, denk ik aan rode wijn. Voor velen een vriend, voor anderen een vijand. Vreugde en verdriet. Het eerste slokje om te proosten op je gezondheid, en het laatste slokje, als gif die je ziek maakt. De beker van genade en vergeving tijdens het avondmaal, en de wijnbeker van het oordeel van God (Openbaring 14,10).
Tussen de twee ervaring zoeken we vaak de grens op. Of anders gezegd, er is een grens. Wanneer wordt van de vriend een vijand? Wanneer stopt de genade en begint het oordeel?
Wij leven in een drank cultuur. Het is heel normaal om te drinken. Als je niet meedoet, dan ben je ongezellig. Als je niet rookt, geen vlees eet, of stopt met suiker, dan ben je hip en bewondering waard. Maar als je niet drinkt…dan hoor je bijna niet erbij.
Er is van jong af een levenslange programmering, die ons wil overtuigen, dat samen alcohol drinken is fijn, gezellig, stoer, ontspannen. Als je tijdens een feest gewoon thee bestelt, dan moet je bijna verantwoorden waarom jij geen alcoholische drank neemt. (Ben je ziek? Ben je zwanger? Heb je alcoholproblemen?)
Het is nu begin januari…veel mensen proberen een dry januari van te maken.
Ik begon het boek Wat wil je drinken? Van Jacqueline van Lieshout te lezen. Zij schrijft simpel, herkenbaar en eerlijk over alcohol. En vooral wat doet het met je, als je NIET drinkt. Een aanrader.
Geef een reactie